woensdag 30 oktober 2013

Etappe 9: van Ieper naar Kemmel (19,6 km) [GR 5A Zuid]

Nu de preliminaire versie van m'n doctoraatsthesis bij de jury ligt, is het ein-de-lijk nog eens tijd voor een deugddoende GR wandeltocht. Ondanks dat de voorspelde nachttemperaturen net onder de rating van m'n slaapzak liggen, maak ik er ineens een tweedaagse tocht van met de tent. Ik parkeer de auto vlakbij het station Antwerpen-Berchem en neem de trein van 06:58 richting Kortrijk. In Kortrijk is het 35 minuten wachten voor de overstap en dankzij een vertraging komen daar nog eens 20 minuten bij. Om 09:40 kom ik uiteindelijk aan in Ieper. Na wat zoeken vind ik een GB supermarkt (niet ver van de lakenhallen) om me te bevoorraadden. Ik verlaat Ieper via de vesten.


Ik volg de N-weg richting het domein palingbeek. Naast de talrijke oorlogskerkhoven heeft WO I nog op een andere manier in deze streek zijn sporen nagelaten: gigantische hoeveelheden onontplofte artilleriegranaten, a.k.a. obussen. Tot mijn stomme verbazing stoot ik op een palet vol obussen en andere munitie op een meter van het fietspad!


Blijkbaar leggen landbouwers de obussen die naar boven komen tijdens het omploegen van de velden gewoon langs de weg waar DOVO ze komt ophalen. Sommige blindgangers kunnen nog steeds ontploffen. Meer nog, het kan zelfs zijn dat de springstof na al die tijd onstabieler wordt en met een goede schok al detoneert. Daarnaast werden tijdens WO I ook granaten met mosterdgas afgevuurd. Afblijven dus!

Een paar honderd meter verder kom ik terug aan de GR 5A bij het mislukte kanaal Komen-Ieper en het Spoilbank Cemetery. Dit moet zowat de meest melancholische plek zijn langs een GR die ik tot nu toe tegenkwam.

Ik volg de GR tekens de velden in. Aan een betonnen elektriciteitspaal ligt een uit de kluiten gewassen obus. Wat verder zijn boeren druk in de weer met hun tractoren voor het oogsten van de maïs. De volgende kilometer is de veldweg dan ook volledig stukgereden en moet ik door de modder baggeren. Ik kom aan in het dorpje Wijtschate. Net buiten Wijtschate zie je meteen waarom deze plek van strategisch belang was.


De laagstaande zon geeft zelfs op dit middaguur elk landschap een mooie gouden schijn. In het bosje net buiten Wijtschate (genaamd Bayernwald tijdens WO I) vind je de ingang van een Duitse tunnelschacht, een rest van de ondergrondse oorlog die hier woedde. De Engelse ondergroeven de Duitse stellingen in een poging ze op te blazen met grote hoeveelheden springstof. Daar de Duitsers dit wisten (ze konden dit observeren vanuit hun hoger gelegen positie) groeven zij op hun beurt zogenaamde luistertunnels om te weten te komen waar de Engelse schachten lagen. Hun tactisch voordeel bovengronds werd hier echter een nadeel omdat ze dieper moesten graven dan de Engelsen.

Ik wandel verder door de golvende velden, maar die verschrikkelijke oorlog blijft me maar achtervolgen. Dit is het Lone Tree Cemetary te midden van de Vlaamse velden met de kerk van Wijtschate aan de horizon.


De vrees van de Duitsers voor de Britse tunnels was terecht. Echter sloegen de Engelsen niet toe in Bayernwald, maar wel bij Mesen en hier aan de spanbroekmolenput. Deze poel is de grootste krater van een reeks ondergrondse explosies. De Engelse brachten hier op 7 juni 1917 een lading van 91 000 lbs (41 275 kg) ammonal (een mengeling van ongeveer 65% ammoniumnitraat (= kunstmest), 17% aluminiumpoeder, 15% trinitrotolueen (TNT) en 3% koolstof) tot ontploffing 88 voet (27 m) onder de grond. Vandaag heet deze plek de pool of peace. Vlakbij heb je een prachtig vergezicht. Ik zie zelfs de contouren van de terrils van Béthune in Frankrijk op 37 km van hier!

Na al dat oorlogsgeweld volgen er gelukkig enkele rustige veldwegen richting het gehucht Wulvergem.


Onderweg ontmoet ik een erg praatgrage oude boer die me in een nagenoeg onverstaanbaar dialect me een hele uitleg doet (over andere boeren, over zijn vrouw, over de oogst en ook nog iets van problemen met een tractor). Ik vroeg hem naar die obussen en volgens hem kunnen die inderdaad nog elk moment 'springen'. Hij had er nog een hoop liggen, zie hij, en vroeger kon hij die nog verkopen voor een paar frank aan toeristen. Ik neem afscheid van de man en wandel door naar het kerkpleintje van Wulvergem. Een vrouw in een elektrische rolstoel spreekt me aan. Ik krijg eerst weer de gebruikelijk vraag of ik helemaal alleen op weg ben en of ik dat niet erg vind. Waar ze de oprit van haar huis opdraait volg ik verder de GR tekens die nu resoluut naar de Kemmelberg gaan die al heel de dag de horizon domineert. Eens boven verlaat ik het GR pad en ga ik richting camping Ypra. Onderweg krijg ik een zicht op het dorpje Kemmel.


De camping lijkt uitgestorven en de receptie is gesloten. Terwijl ik het telefoonnummer intoets dat op de deur staat, komt er een man aan. Blijkt dat ik bij hem kan betalen. Ik zet m'n tent op en verorber mijn koud avondmaal. Even plannen voor de volgende dag en dan ga ik al vroeg de slaapzak in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten