zondag 30 januari 2011

Etappe 4: van Kortenaken naar Drieslinter (21,8 km) [Streek-GR Hageland]

Vandaag dagtocht 5 uit de topogids, die is niet de vermelde 17,6 km, maar 21,8 km lang. Ik neem om 08:36 dezelfde trein als vorige week en stap af in Diest. Daar duurt het nog een dertigtal minuten voor een bus van lijn 22 me oppikt en me omstreeks tien uur afzet in Kortenaken. Het is koud buiten en beneveld. Het vriest niet zo hard, maar er staat een ijskoude wind.
De tocht gaat doorheen uitgestrekte boomgaarden waar appelen gekweekt worden. Even maak ik een klein zijsprongetje naar de Kalenberg om GC1YX81 te loggen. Het uitzicht is wederom beperk door de nevel. Vanuit een naburig bosje hoor ik geweerschoten, er zijn jagers aan het werk. Wanneer ik de Velp oversteek zie ik een paard dat vlak achter een jeep aanrent die grote toeren rijdt over een veld. Wanneer ik wat dichter kom, zie ik dat het paard vastgebonden is achter de jeep. Is dit een normale manier om paarden te trainen?
Een eindje verderop wordt ik opgeschrikt door enkele hevige knallen. Ook hier zijn jagers actief en het pad gaat naast de bosrand. Opnieuw enkele knallen, het lijkt wel oorlogsgebied. Het pad blijft de boomgaarden volgen en in de verte rijst de Ransberg op. Een beneveld fotootje:


Het GR pad steekt de Ransberg over en loopt dan door nog meer boomgaarden. De palloxen (fruitkisten) zijn leeg deze tijd van het jaar en staan opgestapeld in een hangar.


Wat verder hoor ik weer een luide knal. Ik zie een kalf van een jachthond (die gelukkig niet op me afkomt) en even later zie ik duidelijk een man met een jachtgeweer onder zijn arm aan de overkant van het veld. Op wat kan je nu jagen in zo’n kleine bosje? Vogels? Even later bereik ik een fietspad op de voormalige spoorwegbedding van de lijn Diest-Tienen. Aan de picknicktafel eet ik m’n boterhammen op, het is ijskoud. Om het snel terug warm te krijgen stap ik verder over een mooie bosweg. Via twee bruggen gaat het over de Grote Gete en de ’s Hertogengracht. Na het gehucht Bos en een veldweg gaat de GR over een volgens de topogids ‘drassig pad’. De weg heeft echter blank gestaan en er ligt een laag ijs. 


Hoe ik ook probeer, hier is geen doorkomen aan. Het ijs is niet dik genoeg om het gewicht van een wandelaar te dragen en telkens ik door het ijs zak, komt het water bijna tot aan de enkels en wordt steeds dieper. Natte schoenen kan ik me bij dit vriesweer niet veroorloven en blote voeten is door de laag ijs en de koude uiteraard ook geen optie.


Dan maar via een maïsveld evenwijdig aan het bevroren pad. Een degelijk lading prikkeldraad verhindert vooralsnog dat ik van het veld terug op het pad kan, maar waar het maïsveld overgaat in gras stopt de prikkeldraad en kan ik terug op het GR pad aanpikken. Via een in de modder bevroren tractorspoor gaat de tocht verder naar Zoutleeuw.
In Zoutleeuw was ik nooit eerder geweest, tijd dus voor een Multi “Zoutleeuw cent(r)o” (GC1HEQ9) om dit mooie stadje te verkennen. Een aanrader en meteen ook kennisgemaakt met de leggers, maar dat kan je lezen in m’n log op de geocaching website zelf. Na deze aangename multicache laat ik Zoutleeuw achter me. Ik kijk enkel nog even om om een foto te nemen.


Zoals je kan zien is de zon nu (15:00) eindelijk door de nevels gebroken. Ik moet me haasten want doordat de tocht wat langer is dan ik eerst op basis van de fotogids dacht, komt m’n tijdschema voor de bus wederom in het gedrang. Na een omweg via Helen, volgt de GR de bedding van de vroegere Fruitspoorlijn. Net voor de spoorlijn is een overijverige vrijwilliger voor het aanbrengen van de rood-witte GR markeringen aan het werk geweest.


Zo kan je nooit foutlopen. Drieslinter is nu niet zo ver meer en uiteindelijk moet ik nog tien minuten wachten op de bus. Die brengt me naar Tienen waar ik een kwartier later (door vertraging bij de NMBS) de trein naar Leuven neem. Een fietstochtje gewapend met muts en handschoenen tegen de kou brengt me tot slot terug in Heverlee.

2 opmerkingen:

  1. Pieter, mijn Garmin heeft gisteren zelfs 24 km gemeten! We moesten het laatste stuk over de spoorlijn dan ook in complete duisternis afleggen. De klemtoon van deze etappe lag voornamelijk in het kilometers malen, vonden wij. Het appelseizoen (lente, late zomer) is vermoedelijk de beste periode om hier te wandelen. De doortocht door een pad van wilde rozen kort voor Zoutleeuw zal dan ook wel fantastisch zijn. En Zoutleeuw zelf is inderdaad erg schilderachtig; in elk seizoen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Omwille van een nieuwe werkgever ga ik begin volgend jaar me naar alle waarschijnlijkheid rond Diest vestigen. Een wandeling door de (appel)boomgaarden in het juiste seizoen als de bloesems er zijn staat nu al op mijn verlanglijstje!

    BeantwoordenVerwijderen