zondag 9 januari 2011

Etappe 2: Van Horst naar Testelt (32.2 km) [Streek-GR Hageland]

De tweede stapdag op de Streek-GR Hageland en ik gooi de suggesties van de 7 dagtochten al overboord. Vandaag staat een lange tocht op de planning: van Horst tot Testelt, waarmee ik in één dag bijna twee dagtochten uit de topogids afleg (Testelt ligt op 4.1 km van het eindpunt van de tweede dagtocht). Om 08:45 neem ik bus 310 van Leuven tot in Sint-Pieters-Rode. Het is eerder een groot uitgevallen taxi, want ik ben de enige passagier. De bus zet me om 09:03 af vlakbij de kerk en van daaruit wandel ik naar het Kasteel van Horst, het eindpunt van vorige week. De jonge zon komt nog niet goed door de lage wolken, er is geen ziel te bespeuren en het is muisstil. Ik loop rond de vijver en volg daarna het beekje de Winge.
Daarna gaat het door een moerassig bos waar bomen met grote plukken mos op met hun voeten in het water staan. Spontaan krijg ik dit ge-ni-aal liedje in m’n hoofd (Jerry Reed – Amos Moses). Na enkele veldwegen begin ik aan de eerste col van de dag: de Benniksberg. Na een kort, maar steil stukje ben ik boven en word ik beloond met een pad met af en toe een wijds uitzicht. Na een tijdje daal ik terug af, afwisselend via de typische holle wegen en boomgaarden.


Even later steek ik de autosnelweg over en de volgende berg ligt al klaar: de Wijnberg. Op deze berg ligt de meest noordelijk gelegen wijnstreek van Europa. Een mooi pad leid me naar boven tot aan de Stenen Muur. Deze muur van ijzerzandsteen werd rond 1840 aangelegd om de wijngaarden te beschermen tegen de koude noorderwind. Na een mooie wandeling laat ik de Wijnberg achter me en kom ik voorbij de Moedermeule, een windmolen uit de 17de eeuw.


Ik steek de eikelberg over en even later kom ik in natuurgebied de ’s Hertogenheide. Een totaal ander landschap hier, geen grote eikenbossen met oranje ijzerzandsteen, maar heide en geel zand. Na de heide steek ik een grote weg over en krijg ik een eerste zicht op Aarschot. De Aurelianustoren (of Orleanstoren) is een eenzaam overblijfsel van de stadswallen. Je hebt er een mooi uitzicht over Aarschot met centraal de O.L.V.-kerk. Hier eindigt de tweede dagtocht uit de suggesties van de topogids, maar ik ga verder. De weg gaat terug naar beneden waar de Zeeldraaier op me wacht (‘k heb het net opgezocht: een zeeldraaier is een ambachtsman die garen tot touwen verwerk).


De volgende getuigenheuvel wacht al op me: de Leiberg. Ik loop boven over een mooi pad, beneden stroomt de Demer. Onderweg maak ik even tijd om een Earthcache te loggen (GC2586D). Een foto van jezelf met op de achtergrond het uitzicht vanaf de Leiberg is verplicht. Foto’s nemen van jezelf is niet altijd eenvoudig als je alleen bent, maar met een klein boompje waar ik m’n fototoestel aan kan vastmaken lukt het wel.


Aan de eerstvolgende bank eet ik m’n boterhammen op, het is al na 13u. Na weer enkele veldwegen kom ik terug in de buurt van de Demer. Er stroomt hier echter nog een ander beekje de Weerderlaak dat het hele bos hier onder water heeft gezet.


Ook de weg staat op sommige plaatsen onder water, maar mits enkele braamstruiken te bruuskeren (een scherpe tak kwam echter tussenbeide en bezorgde me een schram) raak ik zonder al te natte voeten tot bij het bruggetje over de boosdoener. Enkel meter verder kom ik aan een jaagpad langs de gezwollen Demer dat ik volg tot aan Langdorp. Daar probeer ik de foto op cover van de topogids te imiteren, maar door de beperkte (3x) zoom van m’n fototoestel moet ik daarvoor bijna in de Demer gaan staan. De GR volgt verder de Demer en het pad wordt slijkeriger. De Demer staat hier aan het randje van de dijk en grote plassen water bedekken de velden. Ik verlaat de Demer even voor een intermezzo op de Bosberg. Daarna gaat het terug richting Demer en de Grote Laak. Deze laatste is buiten zijn oevers getreden en heeft grote delen van de velden onder water gezet. Onderstaande foto is genomen net na het brugje over de Grote Laak.


Wanneer ik m’n fototoestel opberg komen er twee wandelaars aan. Ze zeggen me dat het pad een paar honderd meter verderop onder water staat en je er zonder laarzen niet doorraakt. Ze keren op hun stappen terug om via een andere weg hun wandeling verder te zetten. Ik besluit toch eerst even poolshoogte te nemen. De velden aan beide kanten van de weg staan blank en algauw kom ik een eerste stukje weg tegen dat onderwater is gelopen. Hier raak ik nog makkelijk voorbij. M’n schoenen zijn immers waterdicht en het water komt niet hoger dan m’n schoenen. Daarna komt echter het stuk waar de wandelaars me voor gewaarschuwd hadden. Inderdaad het water is hier te diep om er gewoon door te wandelen en ook aan beide kanten van de weg niets dan water. Ik weeg enkele dingen af en besluit dan het er toch op te wagen: ik trek m’n schoenen en sokken uit zodat ze zeker droog blijven, stroop m’n broek op tot boven m’n knieën en stap blootsvoets het ijskoude water in. Ik maak nog eerst snel een foto van mij in het water (anders krijg ik weer ‘Pictures, or it didn’t happen!). Ook al is de foto niet erg gelukt, het blijft bij één foto want het water is echt ijskoud (de maxima voor vandaag waren 3 tot 6°C  en dat water is zeker nog iets kouder) en de kiezels van de weg prikken pijnlijk in m’n voetzolen.


Voorzichtig waad ik via de weg door het water. Tot 10 cm onder m’n knieën stijgt het water, maar ik raak aan de overkant. Daar loop ik nog een 30-tal meter op m’n pijnlijke onderkoelde voeten door de modder totdat ik aan een verdronken bos kom met een grasberm waar ik op kan zitten. M’n modderige voeten spoel ik af in het koude water en daarna wrijf ik ze droog met het WC-papier dat ik bijheb voor noodgevallen. Sokken en schoenen terug aan, de volgende kilometer heb ik een heerlijk warm gevoel in m’n voeten en lijkt het alsof ik over een warm tapijt loop. ’t Is net zoals een frisse pint zoveel beter smaakt wanneer het warm is en je dorst hebt. Ik kom nog enkele ondergelopen stukken tegen, maar gelukkig niet zo diep dat ik m’n schoenen opnieuw moet uitdoen.


Ik stap door en kom uiteindelijk aan het station van Testelt aan om 16:20. Pas om 18:03 heb ik daar een trein naar Leuven (de vorige was 16:03), dus wandel ik meteen door om, nu het nog licht is, een geocache te doen. Ik slaag erin ‘Rondje Scherp-Zichem 3: Jozefskapel en Voortberg’ (GC1B39C) af te werken net voor het schemerdonker. Om 17:25 zet ik me op een bank in het station en wacht met een kop thee uit m’n thermos de komst van de trein af. Een trein- en een fietstocht later ben ik terug thuis na een avontuurlijke tocht. Nu een warme douche.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten