Nu de preliminaire versie van m'n
doctoraatsthesis bij de jury ligt, is het ein-de-lijk nog eens tijd
voor een deugddoende GR wandeltocht. Ondanks dat de voorspelde
nachttemperaturen net onder de rating van m'n slaapzak liggen, maak
ik er ineens een tweedaagse tocht van met de tent. Ik parkeer de auto
vlakbij het station Antwerpen-Berchem en neem de trein van 06:58
richting Kortrijk. In Kortrijk is het 35 minuten wachten voor de
overstap en dankzij een vertraging komen daar nog eens 20 minuten
bij. Om 09:40 kom ik uiteindelijk aan in Ieper. Na wat zoeken vind ik
een GB supermarkt (niet ver van de lakenhallen) om me te
bevoorraadden. Ik verlaat Ieper via de vesten.
Ik volg de N-weg richting het domein
palingbeek. Naast de talrijke oorlogskerkhoven heeft WO I nog op een
andere manier in deze streek zijn sporen nagelaten: gigantische
hoeveelheden onontplofte artilleriegranaten, a.k.a. obussen. Tot mijn
stomme verbazing stoot ik op een palet vol obussen en andere munitie
op een meter van het fietspad!
Blijkbaar leggen landbouwers de obussen
die naar boven komen tijdens het omploegen van de velden gewoon langs
de weg waar DOVO ze komt ophalen. Sommige blindgangers kunnen nog
steeds ontploffen. Meer nog, het kan zelfs zijn dat de springstof na
al die tijd onstabieler wordt en met een goede schok al detoneert.
Daarnaast werden tijdens WO I ook granaten met mosterdgas afgevuurd.
Afblijven dus!
Een paar honderd meter verder kom ik
terug aan de GR 5A bij het mislukte kanaal Komen-Ieper en het
Spoilbank Cemetery. Dit moet zowat de meest melancholische plek zijn
langs een GR die ik tot nu toe tegenkwam.
Ik volg de GR tekens de velden in. Aan
een betonnen elektriciteitspaal ligt een uit de kluiten gewassen
obus. Wat verder zijn boeren druk in de weer met hun tractoren voor
het oogsten van de maïs. De volgende kilometer is de veldweg dan ook
volledig stukgereden en moet ik door de modder baggeren. Ik kom aan
in het dorpje Wijtschate. Net buiten Wijtschate zie je meteen waarom
deze plek van strategisch belang was.
De laagstaande zon geeft zelfs op dit
middaguur elk landschap een mooie gouden schijn. In het bosje net
buiten Wijtschate (genaamd Bayernwald tijdens WO I) vind je de ingang
van een Duitse tunnelschacht, een rest van de ondergrondse oorlog die
hier woedde. De Engelse ondergroeven de Duitse stellingen in een
poging ze op te blazen met grote hoeveelheden springstof. Daar de
Duitsers dit wisten (ze konden dit observeren vanuit hun hoger
gelegen positie) groeven zij op hun beurt zogenaamde luistertunnels
om te weten te komen waar de Engelse schachten lagen. Hun tactisch
voordeel bovengronds werd hier echter een nadeel omdat ze dieper
moesten graven dan de Engelsen.
Ik wandel verder door de golvende
velden, maar die verschrikkelijke oorlog blijft me maar achtervolgen.
Dit is het Lone Tree Cemetary te midden van de Vlaamse velden met de
kerk van Wijtschate aan de horizon.
De vrees van de Duitsers voor de Britse
tunnels was terecht. Echter sloegen de Engelsen niet toe in
Bayernwald, maar wel bij Mesen en hier aan de spanbroekmolenput. Deze
poel is de grootste krater van een reeks ondergrondse explosies. De
Engelse brachten hier op 7 juni 1917 een lading van 91 000 lbs (41
275 kg) ammonal (een mengeling van ongeveer 65% ammoniumnitraat (=
kunstmest), 17% aluminiumpoeder, 15% trinitrotolueen
(TNT) en 3% koolstof) tot ontploffing 88 voet (27 m) onder de grond.
Vandaag heet deze plek de pool of peace. Vlakbij heb je een prachtig
vergezicht. Ik zie zelfs de contouren van de terrils van Béthune in
Frankrijk op 37 km van hier!
Na al dat oorlogsgeweld volgen er
gelukkig enkele rustige veldwegen richting het gehucht Wulvergem.
Onderweg ontmoet ik een erg praatgrage
oude boer die me in een nagenoeg onverstaanbaar dialect me een hele
uitleg doet (over andere boeren, over zijn vrouw, over de oogst en
ook nog iets van problemen met een tractor). Ik vroeg hem naar die
obussen en volgens hem kunnen die inderdaad nog elk moment
'springen'. Hij had er nog een hoop liggen, zie hij, en vroeger kon
hij die nog verkopen voor een paar frank aan toeristen. Ik neem
afscheid van de man en wandel door naar het kerkpleintje van
Wulvergem. Een vrouw in een elektrische rolstoel spreekt me aan. Ik
krijg eerst weer de gebruikelijk vraag of ik helemaal alleen op weg
ben en of ik dat niet erg vind. Waar ze de oprit van haar huis
opdraait volg ik verder de GR tekens die nu resoluut naar de
Kemmelberg gaan die al heel de dag de horizon domineert. Eens boven
verlaat ik het GR pad en ga ik richting camping Ypra. Onderweg krijg
ik een zicht op het dorpje Kemmel.
De camping lijkt uitgestorven en de
receptie is gesloten. Terwijl ik het telefoonnummer intoets dat op de
deur staat, komt er een man aan. Blijkt dat ik bij hem kan betalen.
Ik zet m'n tent op en verorber mijn koud avondmaal. Even plannen voor
de volgende dag en dan ga ik al vroeg de slaapzak in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten